woensdag 17 mei 2006
In de week van 20 maart en kort daarna was ik even betrokken bij de RvT van een niet nader te noemen woningcorporatie die te maken had gekregen met een grootschalig fraudegeval in de top. Ik begeleidde vooral hun eigen gesprek over de consequenties voor hun eigen functioneren en toekomst. Dit gesprek vond plaats nadat de onafhankelijke accountants en advocaten hadden vastgesteld dat er in hun eigen kring geen directe betrokkenheid bij die fraude was geweest. Daarmee was het strafrechtelijk aspect van tafel, resteerde de vraag naar de bestuurlijke consequenties. Als toezichthoudend orgaan waren ze mee-verantwoordelijk: moest dat geen consequenties in de vorm van aftreden hebben? Hadden ze beter toezicht kunnen houden en hadden ze mede daarom gefaald? Konden ze nog met gezag opereren of moesten ze ruim baan voor anderen maken? En hoe moest de verandering van samenstelling worden vormgegeven, ineens of geleidelijk? Dat soort vragen dienen dan gesteld en beantwoord te worden en moeten leiden tot heldere stappen en maatregelen om het vertrouwen en het gezag te herstellen. Inhoudelijk zal ik er hier niets over zeggen, dat is aan de betreffende RvT. Voor mij was het vooral leerzaam mee te maken hoe een RvT functioneert als de druk erg groot is (iedereen kijkt mee) en de omstandigheden erg beroerd (een fraudgeval met actieve misleiding door een deel van de top van de organisatie). Net zoals een dokter, leert een board consultant het meest van de extreme gevallen.
<< Home