woensdag 4 juni 2008
In de afgelopen maanden heb ik intensief op veel plaatsen meegedaan aan strategische herorientaties van woningcorporaties., Ik ken de sector goed, o.a. vanuit het nu 1,5 jaar lang werken aan een maatschappelijk visitatiestelsel. Op 3 maart had ik een kort interview in NRC over wat er volgens mij gaande is in de sector en vooral de relatie met de PvdA als regeringspartij. Maar deze keuzeprocessen speelden zich vooral af bij Raden vanToezicht, directeurenoverleggen e.d.
In de kern gaat het telkens om hetzelfde:
-Is de opgelegde heffing van overheidswege een terechte politieke ingreep in een te traag reagerende en relatief rijke sector (gedeeltelijk: ja) of vooral een politiek misverstand enerzijds (verkeerd ingeboekte bedragen, geen goede afstemming binnen het kabinet) en een juridisch monstrum (namelijk niet goed houdbaar in deze vorm) anderzijds (ook: ja). Vooruitkijkend: wat hebben woningcorporaties nog aan de toelatingsovereenkomst?
-Daarop aansluitend: Kan de publieke taak van woningcorporaties die immers in hun missie verankerd is, nog binnen dit bestel goed worden uitgevoerd of is het nodig en nuttig er min of meer uit te stappen (if possible). Ligt die missie niet beter verankerd in horizontale instrumenten als visitatie e.d. dan in wetgeving?
-Heeft de inzet op verbetering van de governance, waar de sector echt aantoonbaar goed in bezig is geweest en zich kan meten met alle andere sectoren van publieke dienstverleing, wel geleid tot vergroting vam maatschappelijk draagvlak en steun? Waarschijnlijk niet, daarvoor is het nodig de eigen organisatie veel kleinschaliger naar de mensen toe te organiseren, wordt dat nu geen tijd?
-Het gedoe met Den Haag heeft veel tijd en aandacht gekost, maar mag toch geen reden zijn de mensen in de wijken i nde steek te laten en evenmin om geen koers uit te zetten naar de toekomst? Gelukkig niet, die private verantwoordelijkheid neemt men gaarne op zich!
<< Home