dinsdag 4 september 2007
Op 14 mei j.l. woonde ik als expert op het gebied van de maatschappelijke onderneming een gesprek bij van PvdA Tweede Kamerleden die bij dat onderwerp betrokken waren, zoals Marriet Hamer, Staf Depla en Margot Kraneveldt. In een notitie die ik vooraf had opgesteld, formuleerde ik vier belangrijke vragen waar politiek een antwoord op moet komen:
1.Hoe geven we deze maatschappelijke organisaties weer terug aan 'de mensen', 'de burgers'?
2.Hoe vermijden we een verkeerd soort regeldruk vanuit de overheid, vooral voortkomend uit regelen op incidenten?
3.Wat voor leiding is voor dit type organisaties nodig? (die dan ook het vertrouwen van de politiek krijgen, zie punt 2, en ook tot een minder wantrouwende governance druk leiden) en 4.wat voor toezicht en voorschriften over de topstructuur horen daar bij?
Dit zijn natuurlijk ook de vragen die nu spelen rond het wetsontwerp dat door Hirsch Ballin ter consultatie is rondgestuurd. Opvallend in dit gesprek vond ik hoe belangrijk politici de positionering van het klassieke middenveld tegenwoordig vinden en ook hoezeer ze ervan doordrongen zijn dat het een geheel andersoortige categorie is dan overheid of markt. In die zin hebben we in dit debat echt vooruitgang geboekt. Of de betreffende sectoren zelf zo onverdeeld blij zullen zijn met deze forse politieke aandacht betwijfel ik. In die liefdevolle omarming verdwijnt ook de vrijblijvendheid, waarop nu dit soort instellingen hun gevoel van autonomie baseren.
<< Home