zondag 23 augustus 2009

Zeilster Laura Dekker en de Staatsmacht: What's the problem?

In de afgelopen komkommerperiode is de case van Laura Dekker, een meisje van 13 jaar dat de wereld wil rondzeilen, eerst een grote mediahype en daarna een politiek issue geworden. Het laatste nieuws is nu dat het kabinet erover vergaderd heeft en dat de Raad voor de Kinderbescherming naar de rechter is gestapt om de ouders uit de ouderlijke macht te zetten. Alle staatsmacht, zoals inspecties, leerplichtwetten, jeugdzorgbevoegdheden, instituten en kabinetinvloed worden nu aangewend om dit 'onheil' te voorkomen. Aan de ene kant hebben we hier een zelfverzekerd, sterk geïntegreerd, zichzelf financierend, weloverwogen en avontuurlijk meisje met haar ouders. En aan de andere kant een staat die al zijn macht die de laatste jaren door het parlement is opgebouwd, vanwege de vele problemen rond bepaalde jongeren en het incidenteel falen van jeugdzorg, juist op deze burger inzet. Dit is precies waar ik nu al jaren zalen voor waarschuw: de groeiende macht van een staat ten opzichte van de private sfeer van burgers slaat juridisch altijd op ALLE burgers, terwijl de goedwillende en geïntegreerde burger (die vaak in die zalen zit) meent dat het vooral DE ANDER zal betreffen en nooit zichzelf. De grote vraag is: wat rechtvaardigt of verklaart deze enorme politieke en juridische druk op deze ene burger? Ik zie niet veel rechtvaardigingsgronden. Dat komt vooral, omdat ik zo weinig SCHADE zie die dit kind ons, als land, als natie, als samenleving, aandoet. Sterker nog: het kan zelfs een inspirerend voorbeeld worden voor onze jeugd. Het is ook een zeer slecht voorbeeld van hoe het kabinet en semi-onafhankelijke instituten als inspectie en kinderbescherming, met haar groeiende macht op het gebied van jeugdzorg omgaat, en wellicht, even incidenteel, een reden om die bevoegdheden weer scherper te richten op waar het echt om gaat. Maar toch een poging:
  • Laura is door de media teveel een voorbeeld geworden van een jonge leerling die wel eens wat anders wil. De leerplicht en daarmee ons primair en secundair onderwijs worden als instituut daardoor bedreigd. Terwijl we allemaal weten dat Laura op die reis haar persoonlijkheid heftiger en steviger zal ontwikkelen dan in ons op cognitie en conformiteit gerichte onderwijs. Het is het klassieke Nederlandse antwoord op normafwijkend gedrag: 'Meneer, als iedereen dit deed.....'. Haar grootste probleem is dat het zo prominent in de krant gekomen is. Net als het omgekeerde ook een groot probleem is: de vele dropouts, ook op die leeftijd, waar we niks over horen of lezen en die dus ook voor de inspecties niet lijken te bestaan;
  • De permanente marketing van toezicht: elke mediamieke case is een mogelijkheid de inspectie te profileren, te bewijzen dat ze nodig is, aan te geven dat ze over ons waakt. De bureaucratie benut de media om te overleven en groter te worden. Het tekent daarmee de opgefokte verstrengeling van politiek en bureaucratie met media, waarbij niemand meer een objectieve, deskundige of terughoudende rol speelt;
  • De verzekeringsmaatschappij: nu het zo publiek geworden is, voelt de staat zich geroepen (door wie?) zich verantwoordelijk te maken voor de afloop van dit avontuur; die is ongewis, Laura kan zelfs overlijden of gevangen worden genomen door piraten. Dan zal diezelfde publieke opinie zich afvragen waarom dit avontuur niet is tegengehouden. De staat als verzekeraar van al ons mogelijk (!) levensongeluk. In de media logica van nu valt daar niet onderuit te komen. Voor burgers en staat is dus helaas de beste strategie: 'Wat niet weet, niet deert'.
  • Het persoonlijke is te politiek geworden: heel veel mensen in bestuurlijke posities, ook dus ministers en directeuren-generaal, zouden hun eigen kind dit niet toestaan. Die persoonlijke - terechte - gevoelens rechtvaardigen nu - teveel - hun bestuurlijk handelen, ook al is dit vanuit staatsmacht geredeneerd buiten proportioneel en een verkeerde case;
  • Het is het politieke christendom aan het werk: de staatssecretaris van Onderwijs en de minister van Jeugd en Gezin zijn beiden christelijk georiënteerd, zij vinden dit soort avonturen eng, dit soort ouders te los en vrijgevochten, en besluiten in te grijpen vanuit hun perceptie op een behoorlijk gezinsleven. Het is een ideologische strijd, mogelijk nog breder dan christelijk: het is provincialisme versus wereldburger, het is angst versus avontuur, het is betutteling versus emancipatie. De staat wordt dus niet ingezet om maatschappelijke grote jeugdproblemen op te lossen, maar om dit wereldbeeld op te leggen aan burgers. De scheiding van staat en kerk blijkt broos.

Ik weet het niet en zal er verder op studeren, ook omdat ik nu nader onderzoek doe in de public health rond jeugd. Het is zeer complex en intrigerend. Ik vermoed dat de casus Laura ons heel veel leert over de verhouding overheid - burger in Nederland anno 2009. Die spiegel is niet alleen prettig om in te kijken.