vrijdag 5 juni 2009
De uitslagen van de Europese verkiezingen tonen het weer eens aan: de kiezer volgt zijn hart en 'gut feeling'. De nieuwste ontwikkeling in de politiek is dat hij daar ook rond voor uitkomt. De kiezer is de schaamte voorbij die de politieke elite hem decennia heeft aangepraat. Schaamte over het niet lezen van verkiezingsprogramma's, het niet volgen van debatten, het niet weten waar de kandidaat voor staat, het niet weten wat Europa 'allemaal doet' etc. Voor de PvdA is dit de moeilijkste omslag. De partij is gebouwd op juist dit soort 'inhoud' (en ook wel een beetje deze attitude naar de kiezer). Als de PvdA het niet meer weet, maakt ze een rapport of nota en gaat daar en detail op vraagstukken in, recent nog over integratievraagstukken. Dat bevredigt de partijmachine en interne partijdemocratie en het bevredigt de intellectuelen, omdat het fraaie tijdsdocumenten oplevert. Het is ook moedig: de partij zoekt de hitte van de maatschappelijke strijd op. De kiezer volgt dit niet, of hoogstens de emotie van het interne partijdrama als er veel openlijke strijd is tussen (zelfbenoemde) partijbaronnen. Het is ook niet post-modern: op het eind pretendeert de PvdA toch weer de 'beste mening' te hebben, terwijl de kiezer nog steeds twijfelt. Inhoudelijke moed slaat in de beeldvorming om naar bet(er)weterigheid. Al sinds de partijvernieuwing die in 2001 startte en waar ik bij zat, heb ik het gemeld: stijl is politiek geworden. De notastijl is 'het' niet langer, het gaat om emotie. Niet alleen de extreme oppositiepartijen doen dit goed, maar ook een CDA met zijn beroep op rust, degelijkheid, godsvrucht en betrouwbaarheid met een bijpassend boegbeeld. Over inhoud hebben we het CDA namelijk al heel lang niet gehoord. Maar mijn grootste zorg is dat de partijen met de meeste bestuurlijke ervaring en oriƫntatie er weer niet in geslaagd zijn de economische crisis te 'benutten' om hun statuur van staatsman waar te maken. Ook dat is emotie.
<< Home