vrijdag 16 februari 2007

Wat kan een (KAN) projectleider?

Op 18 januari 2007 had ik een aktieve bijdrage aan een leergang van SIOO voor projectleiders van stedelijke ontwikkeling in het KAN-gebied (Stadsregio Arnhem Nijmegen). Ze waren verbonden aan gemeente, adviesbureau en woningcorporaties. Samen staan ze voor een grote nieuwbouwopgave, gecombineerd natuurlijk met noodzakelijke inschattingen van ontwikkeling in bevolkingsopbouw, woonvoorkeuren, samenleven in wijken etc. Mijn bijdrage bestond uit een schets hoe de samenwerking tussen allerlei partijen nu verloopt rond stedelijke ontwikkeling en vooral hoe de toekomst van woningcorporaties in het bijzonder er daarin uitziet. In de kern is dat natuurlijk een oproep tot het werkelijk invullen van de maatschappelijke missie. Opvallend was de aard van veel reacties: 'naief', 'leuk verhaal, maar...', 'zijn we niet mee bezig', 'eerst het huis op orde...'. Mooi om te zien hoe twee weken later het 'Bod aan de samenleving' door diezelfde sector werd gepresenteerd. En hoe drie weken later het concept-regeerakkoord dezelfde oproep doet en handen en voeten geeft. Er is aan missie binnen deze organisaties ook nog heel veel te doen!

Erkenning voor Exodus

Op 20 december 2006 mocht ik namens de jury de prijs voor 'maatschappelijk ondernemer van het jaar 2006' uitreiken in de verbouwde zaal van de historische Gertrudiskapel in Utrecht. Dit is een prijs die is ingesteld door de MO-groep, de brancheorganisatie voor maatschappelijke dienstverlening, kinderopvang, jeugdzorg e.d. We hebben de prijs toegekend aan Exodus. een van oorsprong christelijk initiatief tot opvang van ex-gedetineerden., Inmiddels neergezet landelijk in een keten van meer dan 10 huizen waar dezen worden opgevangen, opgeleid en begeleid op hun weg terug de samenleving in. Vooral de combinatie van christelijk vrijwilligersschap aan de ene kant en de zeer bedrijfsmatige aanpak van het ketendenken sprak ons aan. Altijd weer knap als maatschappelijk ondernemers weten hoe ze missiegedreven handelen en 'amateurisme' moeten combineren met zakelijkheid en voortvarendheid! Door wetenschappelijk onderzoek was ook aangetoond dat hun 'success rate' in termen van integratie en voorkomen van recidive hoger lag dan van welke andere aanpak ook. Ook bleek maar weer eens hoe belangrijk particulier initatief nog steeds is. Dit geheel bestaat al 10 jaar, maar nog steeds wordt er gebekvecht tussen de ministeries van Justitie en VWS over de vraag wie dit zou moeten financieren. Goed dat ze daar niet op gewacht hebben. Tevens bleek deze aanpak eigenlijk niet te passen in de nieuwe Wet Maatschappelijke Ontwikkeling: de doelgroep is namelijk niet gemeentelijk maar meer een landelijke groep. Ziehier de reden waarom de overheid veel niet kan en veel mensen ook weer in de kou kan laten staan: regeltjes, kokers en bureaugevechten.

Wijkontwikkeling: Niet naar elkaar wijzen

Op 12 december 2006 nam ik deel aan een ronde tafel debat over de stadsontwikkeling van Den Haag Zuidwest. Een van de andere deelnemers was Sybilla Dekker, ex-minister van VROM. Het was georganiseerd door drie woningcorporaties, naar aanleiding van het uitkomen van het boekje 'Samen aanpakken' (Ze voelden de politieke tijdgeest toen al goed aan, zou je zeggen). Maar juist over dat 'samen' ging het. Vooral in termen van 'domeinen' en 'gebrek aan lef'. Er werd veel naar andere gewezen. Door welzijnswerk naar de politiek die geen meerjaren afspraken maakt. Door woningcorporaties naar zorginstellingen die geen nieuwe ontwikkeling van hun vastgoed toelieten. Door alle naar het onderwijs die inmiddels massaal deze 'wijk' van meer dan 60.000 inwoners heeft verlaten, maar ook hier weer naar de gemeente die dit 'had moeten tegenhouden'. Dat is telkens weer de rode draad in het concept van de private organisatie met een publieke taak: het is een niet-vrijblijvende constructie. Noblesse oblige. Als dergelijke partijen in hun staatsreflexen blijven zitten en voor elk wissewasje en extra probleem naar de overheid of elkaar wijzen, zijn we slecht af. Het wordt tijd dat we de wijkaanpak behandelen als een tsunami ramp: aanpakken!

Wat vermogen woningcorporaties?

Woningcorporaties zijn in Nederlandse verhoudingen unieke maatschappelijke ondernemingen: ze hebben (veel) vermogen 'van zichzelf'. In andere sectoren, zoals onderwijs, zorg, omroep, zijn dergelijke ondernemingen relatief veel armer. Deze zijn ook nog maar net begonnen aan een proces van meer reserveren, als antwoord op grotere concurrentie en minder overheidsgaranties. Basis van deze rijkdom van woningcorporaties is de waardestijging van hun vastgoed, mede omdat er te weinig gebouwd is de afgelopen jaren. Dit is dus formeel gesproken privaat kapitaal. Maar of je er nu privaat of publiek naar kijkt: dat kapitaal moet aangewend worden voor volkshuisvesting in de breedste zin van het woord. Privaat, omdat nog steeds de meerderheid van de woningcorporaties een missie heeft die zich daarop richt, vastgelegd in statuten en beleidsplannen. Het is vreemd om een beetje te gaan lopen 'potten' terwijl er op dat vlak zoveel te doen is. Publiek: omdat in de omgeving van het huizenbezit van deze maatschappelijke ondernemingen er veel loos is in termen van leefbaarheid, verloedering, veiligheid, armoede en kwaliteit van wonen. De noodzakelijke financiele middelen hiervoor zitten niet bij de overheid, maar bij de woningcorporaties. Tevens zou ik wel willen beweren dat dit een betere plek in termen van aanwending en doelkeuze is, mits de betrokken woningcorporaties niet-vrijblijvend en maatschappelijk betrokken opereren. Hierover ging het het afgelopen half jaar: Doen ze genoeg? Moet de overheid dit niet overnemen? Moet de 'vermogensoverwaarde' niet in handen van de overheid komen? De einduitkomst lezen we in het nieuwe regeerakkoord: de woningcorporaties moeten zwaar aan de bak, samen met de (gemeentelijke) overheid, anders.....Het visitatie instrument dat Public SPACE nu via de Auditraad en met ondersteuning van SEV landelijk ontwikkelt, zal deze extra maatschappelijke investeringen in kaart brengen, richten en transparantie bieden aan alle stakeholders. Het nieuwe publiek-private samenspel kan op de wagen. De sector is er - net op tijd - klaar voor.