donderdag 12 februari 2009

De 'kloof' is ca. 6 maanden en veel emotie

We zijn eruit: dankzij de kredietcrisis hebben we een real life schatting van de beruchte kloof in Nederland tussen 'De Burger' en 'Den Haag', namelijk ca. 6 maanden. Dit betreft het tijdsverloop bij acute zaken, structurele ontwikkelingen bereiken Den Haag vermoedelijk pas na 3 a 4 jaar (zie de huidige afwerende reacties op ontwikkelingen in de gezondheidszorg, die voortkomen uit bewust beleid van de wetgever vanaf 2002). Terwijl al vorig jaar vanaf september/oktober de noodsignalen uit het MKB (ontslagen, stagnerende opdrachten en kredietverschaffing, banken die alles probeerden te heronderhandelen) duidelijk waren, is nu recent pas sprake van enige bestuurlijke onrust in Den Haag. Tussendoor hebben we nog de farce van het CPB gehad die, op grond van modellen die aantoonbaar hadden gefaald in het voorspellen van de crisis, geruststellende geluiden uitbracht dat het zou gaan om 0,75% krimp over alleen 2009! We hebben ook ca. januari de oproep gezien van enige wethouders, waaronder Dominic Schrijer uit Rotterdam, die dichter op de frontlinie van de economie zaten en ook de pijn begonnen te constateren. Zij gaven toen aan dat het ministerie van Sozawe en het UWV nog op geen enkele manier bezig waren met noodplannen of noodloketten. Andere wethouders met minder aansluiting op het werkelijke bedrijfsleven riepen rond die tijd overigens nog vrolijk dat er ook veel vacatures zijn, dus dat het qua arbeidsmarkt wel mee zal vallen. Maar de kloof wordt nog groter: Den Haag durft nu eenmaal geen enkele stap te zetten zonder hernieuwde coalitieafspraken en dus is het daar opvallend stil naar het publiek. De achterkamertjes staan stijf van de spanning, maar wij zullen daar voorlopig niks van horen, tenzij er strategisch wordt gelekt. Daarmee blijven de bezorgde burgers en bedrijven verweesd achter en voelen van de politieke leiding geen erkenning voor de evidente crisis waar zij in zitten. De kloof wordt dus nog versterkt door het gebrek aan emotioneel leiderschap en de volstrekte concentratie op techniek, wetgeving, geld en regeltjes, die nu eenmaal dominant zijn in de bestuurlijke circuits. 'Den Haag' pakt dus niet de kans tot echt, betrokken leiderschap die de crisis biedt, maar bijt zich vast in de marginale technisch-bestuurskundige positie die ze vanoudsher heeft. Voor de burgers en bedrijven geldt dus hetzelfde: onderling moet solidariteit en steun worden geboden, netwerken worden geactiveerd, modern werkgeverschap wordt getoond en wat 'Den Haag' nog verzint, samen met lobbygroepen, dat 'horen we dan wel weer'. Ziedaar de kloof.

zondag 8 februari 2009

Stand van de Stadlezing: De transnationale stad

Op 15 januari j.l. was weer de jaarlijkse Stand van de Stad lezing bij Tumult, die Public SPACE sponsort. Doelstelling is het gesprek over steden in Nederland op een hoger niveau te brengen door een meer filosofische en internationale inbreng. Zeker voor een snelgroeiende stad als Utrecht is dat hard nodig: de gevestigde mening loopt immers per definitie achter de ontwikkeling van de stad aan. Deze keer was de spreker Rene Boomkens, stadfilosoof uit Groningen. Kern van zijn betoog is dat de steden knooppunten zijn in grote, internationale stromen: van arbeid, culturen, informatie en geld. Daarop zullen zij zelf, met hun eigen burgers en bestuur, een antwoord moeten vinden, in termen van city marketing, merkbouw, allure, speerpunten. Nationale overheden hebben daar hoogstens faciliterend iets aan toe te voegen, maar hebben er mogelijk ook belang bij het probleem te ontkennen en de antwoorden van de steden niet te eigenzinnig te laten worden. Het succes van de ene stad lijkt namelijk al gauw het mislukken van de andere, zeker op zo'n kleine schaal als Nederland. Er ontstond een levendig debat over een van de zichtbare gevolgen hiervan: de positie van de stad in integratievraagstukken rond religies en culturen. Lokaal waren hierin al veel partijen succesvol bezig, het 'overnemen' hiervan in een nationale 'wijken'- aanpak heeft vooralsnog de zaak niet versterkt of verbeterd, maar eerder geleid tot een overmaat aan verkokerd en competentiegedreven discussies. Tevens werd geconstateerd dat de oplossing toch vooral in de eigen stedelijke cultuur en civil society gevonden moet worden, hoezeer ook die uit elkaar getrokken is door de transnationale stromen. Op dat vlak was Boomkens zeker niet optimistisch. De actieve, meedenkende stedeling is mogelijk toch vooral een historisch verschijnsel van de 19e eeuw. De velen die gekomen waren, meenden van niet. Met het volgen en meedoen aan dit debat plegen zij immers een daad van modern burgerschap!

De Publieke Zaak toch weer politiek verslaafd

Hij stond er fraai en symbolisch: Mickey Huijbregtsen, net hersteld van een zware ziekte, krukken bij de hand, duidelijk verzwakt, maar tegelijk fier en monter en met een persoonlijke drive. Hij stond daar als initiatiefnemer van De Publieke Zaak, een netwerk dat aanpalend is aan Public SPACE: ook privaat van karakter, ook gericht op de samenleving en uitgaand van vernieuwd burgerschap en ook opbouwend kritisch over waar Nederland nu staat. Maandagavond 2 februari j.l. was de presentatie van de boekbundel van De Publieke Zaak, waaraan ik ook een bijdrage heb geleverd over publiek leiderschap. Ik behandel kortweg de vraag waarom de Amerikanen extremere persoonlijkheden als leider krijgen (Obama, Bush/Cheney) dan wij (vanaf Lubbers via Kok naar Balkenende) en waarom dat niet zo erg is: wij hebben alternatieve leiders in en voor de samenleving. Zijn optreden was symbolisch voor waar het hier omgaat: persoonlijke passie, individueel doorzettingsvermogen, burgerschap is een ambt (van Gunsteren) dat je niet met rust laat en ook niet zomaar valt 'uit' te zetten. Toch was in de hele enscenering van de avond de Nederlandse verslaving aan de politiek weer goed te zien. Als hoofdingrediënt van de avond had men namelijk een panelgesprek op de radio bedacht met twee fractievoorzitters uit de Tweede Kamer: Mariette Hamer en Alexander Pechtold. Hoezeer deze ook hun best deden, het bleef toch vooral een politiek steekspelletje, professioneel gebracht, maar met veel minder individuele passie en betrokkenheid dan Huijbregtsen had laten zien. Terwijl dat het kernelement van de civil society is. Uiteraard ging het gesprek ook meer over 'Haagsche' mores en issues dan over de samenleving. Dat krijg je als je twee fractievoorzitters bij elkaar zet. Het miste daarmee volledig het te maken punt: een oproep en verkenning tot een betere inbreng van burgers en samenleving moet allereerst geadresseerd worden door diezelfde burgers en niet door professionele politici. Maar heel Nederland, vooral ook de media, zijn nu eenmaal gewend dat het adres voor welke oproep dan ook voor de publieke zaak altijd de politiek is, ook al staat die in dit geval enigszins buiten spel of is zelfs een deel van het probleem. Hoe komen we daar in burgersnaam vanaf?