maandag 23 april 2007

De PvdA: Mijn handen jeuken nog steeds

Al vanaf medio jaren 80 ben ik als actief lid betrokken bij en op de landelijke koers en ontwikkeling van de PvdA. Een van mijn eerste acties was deelname aan de debatten van de commissie Pronk die in 1987 rapporteerde onder de bekende titel 'Schuivende Panelen'. Medio jaren 90 was ik lid van een kleine commissie onder leiding van Annie Brouwer om te evalueren, in opdracht van het congres, hoe de personele samenstelling van 2e en 1e kamerfractie tot stand was gekomen en hoe dat voortaan beter en zorgvuldiger kon. Eind jaren 90 was ik lid van de commsisie Brouwer die met vooruitziende blik adviseerde over partijvernieuwing, waaronder een nieuwe, kleinere, bestuursstructuur. In de daaropvolgende verkiezingen bleek hoe cruciaal ook electoraal partijorganisatie en partijstijl is. En, in de heftigste periode van onze landelijke politiek ooit, namelijk de periode 2001 tot en met 2005, zat ik in het partijbestuur met Ruud Koole als partijvoorzitter. Terugblikkend kun je zeggen dat we het toen goed gedaan hebben. Tevens heb ik in die periode als voorzitter van een speciale commissie een advies uitgebracht over een sociaal-democratische visie op het stelsel zorg, dat grotendeels door het congres is overgenomen en waarvan grote delen herkenbaar in het nieuwe regeerakkoord terecht zijn gekomen. Het was dus logisch dat ik me beschikbaar hield voor een nieuwe bijdrage, in dit geval kandidatuur voor de Eerste Kamer. Die was aan de orde op het congres van Zwolle van 17 februari 2007. De commissie van Nieuwenhoven hanteerde echter criteria waardoor ik al vanaf het begin wist dat ik weinig kans had op een hoge plaats. Zittende mensen mochten in principe door. De man/vrouw verdeling was heilig. Rechtskennis moest gewaarborgd zijn in de fractie. De fractie waarvan uitgegaan moest worden, zou in principe krimpen. En een goede regionale spreiding was zeer belangrijk. maar er waren erg veel kandidaten uit Utrecht, mijn woongebied. Oorspronkelijk stond ik slechts 1 'mannen' -plaats achter Klaas de Vries (die terecht door het congres naar voren is geschoven) en had en heb daar natuurlijk vrede mee. Ik bewonder Klaas zeer. Ondanks de onverkiesbaarheid van mijn huidige plek, heb ik mijn kandidatuur gehandhaafd, omdat ik wil laten zien dat mijn handen nog steeds jeuken om mee te helpen, juist in deze moeilijke tijden van electorale neergang. Vanuit mijn ondernemersachtergrond zeg ik ook: de markt en dus ook de kiezer heeft ALTIJD gelijk en de PvdA zal dus echt aan de bak moeten, zowel in koers als organisatie. Dan past het niet bij mijn karakter om aan de kant te blijven staan.

Innovatieaanpak

Op 7 februari 2007 vond een bijeenkomst van de Denktank plaats speciaal gewijd aan de aanpak van innovatie in Nederland. Gast was de heer Jan Peter van den Toren, Raadadviseur op AZ en tevens Secretaris van het Innovatie platform. Belangrijke succesvoorwaarden aan de kant van de overheid werden benoemd. Zoals veel sneller overgaan tot onderhandelen en gezamenlijke actie en niet te lang in analyses en beleidsnota's blijven steken. Zoals het uitdrukkelijk benoemen van taalverschillen en die oplossen. Zoals veel meer openstaan voor ideeën van buiten, in plaats van direct een soort 'not-invented-here'- reflex erop loslaten, omdat de overheid meent dat 'regie hebben' ook inhoudt alles zelf verzinnen, vooraf bedenken en plannen. Dit alles vergt een duidelijk bestuurlijk mandaat en competent optreden naar dergelijke private initiatieven. Daarop is al uitvoerig ingegaan in ons manifest. Tenslotte zal de Nederlandse overheid met private partijen samen ook duidelijker moeten kiezen. Niet vanuit verdelende rechtvaardigheid (iedereen een beetje dezelfde subsidie), maar vanuit een strategische visie op de economie en samenleving. Een bij uitstek politieke keus dus.

Ons Manifest en de werkwijze van de media

Op 29 januari 2007 presenteerde ik ons Manifest 'Naar een intelligente en verbonden overheid', namens de Denktank, in Nieuwspoort voor een groep journalisten. Dit manifest is te bestellen en downloaden via onze site. Het is een doorwrocht betoog, waarin vanuit een brede visie op politiek, maatschappij en publieke sector gericht wordt geschetst hoe het functioneren van de overheid kan worden verbeterd. Het is een pleidooi voor veel meer publiek private samenwerking en 'hybriditeit' en een afscheid van marktwerking als panacee voor allerlei kwalen. Helemaal aan het slot van het betoog, geven we weer wat er zou kunnen veranderen als ons pleidooi wordt overgenomen. Min of meer als symbolische voorbeelden noemen we daar enige 'grote werken' met veel meer allure dan in het huidige verkokerde en afwachtende klimaat mogelijk is, zoals een metrolijn door en voor de hele Randstad, het verplaatsen van Schiphol naar zee en een 'soort vrijheidsbeeld' voor de kust. Dat laatste raakte blijkbaar een gevoelige snaar in de media. Binnen 1 uur waren we op het radiojournaal, stonden we op de belangrijkste newssites en verspreidde de betreffende 'news quote' zich razendsnel door het medialandschap. Die week gaf ik radiointerviews voor KRO radio, BNR en een TV interview in de Staat van Verwarring van de VPRO. Het gaf me een goede kans om onze hoofdboodschap kwijt te kunnen ('Waarom stellen we dit voor?'). Tegelijk merkte ik in alle gesprekken hetzelfde patroon. Eerst klassiek Nederlands cynisme: 'Dat is toch niks voor ons, wat een elitaire praat'. Dan verbazing over de eigen reflex: 'Blijkbaar ben ik zelf dus ook zo'n provinciaals denkende Nederlander die niks durft'. Gevolgd door besef dat we hier inderdaad als land enorme kansen missen. Kortom: een nuttige boodschap in een wervende verpakking.