zondag 21 maart 2010

Grenzen aan de intelligentie van de Nederlandse zwerm?

Eerder definieerde ik, in dit weblog (16 september 2009) de typische leiderschapsstijl van Nederland als zwerm leiderschap (geïnspireerd op het boek van Van Ginneken), zoals we dit zien bij vogels en vissen. Kenmerken van dit leiderschap zoals ik het nu waarneem: Iedere leider let veel meer op de relevante peergroup dan op de toekomst of op externe kansen en bedreigingen en volgt ook zeer alert diens beweging, de leider ziet er hetzelfde uit als de volgers en probeert zich ook zo te gedragen, er vinden alleen bruuske bewegingen plaats bij sterke externe bedreigingen, ieder veegt zijn straatje schoon en is sterk verkokerd bezig. Ik vond deze 'ontdekking' of beter 'herdefiniëring' een ware opluchting. Weg van het machteloos makende verlangen naar krachtig leiderschap, heldere besluiten, koersbepaling door de bestuurlijke elite. Die leiderschaps filosofie zat eigenlijk ook nog teveel in ons manifest van 2007, met bijvoorbeeld de oproep tot allure, grote projecten, ingrijpende plannen. Tekenend is hoe die zwerm van slag raakt door een enkele opvallende vis die andere vissen wil uitsluiten (Wilders) en dus tegen het fundament van een zwerm ingaat, even tekenend is de zoektocht naar leiderschap dat expliciet 'de boel bij elkaar wil houden'. Het eerder genoemde boek van Mitchell over de Complexity Theory biedt hiervoor nu verder inzicht. Zij legt het onderscheid uit tussen de huidige, klassieke computers versus wat ze noemt cellular automata. Het eerste type kent een intelligent centrum, de Central Processing Unit, die, van buiten, door de mens, wordt gevoed met voorschriften en codes/rules die de computer dan 'leest' en 'volgt'. Het tweede type lijkt veel meer op de zwerm: kleine eenvoudige eenheden vertonen complex en intelligent met elkaar verbonden zoekgedrag om samen de omgeving te exploreren, te benutten en gevaar te weren, er is geen centrale intelligentie en dus ook geen aangrijpingspunt voor een van buiten komende intelligentie. Niemand weet het beter of overziet de big picture. Voorbeelden uit de natuur zijn de mierenkolonie en ons immuunsysteem, maar dus ook de zwerm. Dergelijke 'cellular automata' kunnen zo lijkt het slechts bepaalde beslissingen en strategische keuzen aan, al begrijpen we een deel van hun intelligentie nog niet helemaal. Ze genereren met name in een soort intern concurrentie- en combinatieproces voortdurend de beste strategie, hetgeen tot verrassende, niet voorziene uitkomsten kan leiden, die soms zelfs intelligenter zijn dan wat een centrale intelligentie vooraf had kunnen bedenken! Maar mijn goede bui is nu toch weer over: ik denk allemaal maar dat de moderne, internationale orde ander leiderschap en besluitvorming in deze delta nodig maakt dan die van een groep krioelende en zoekende eenlingen die vooral op elkaar letten. Ik leg deze vraag nu al een tijdje voor in mijn lezingen, kijken of de zwerm hierop een intelligent antwoord heeft.

dinsdag 16 maart 2010

Filosofische dilemma's in onze agenda

Hiervoor heb ik aangegeven dat uit de missie van Public SPACE een belangrijke conceptuele of systeemtheoretische agenda voortkomt. Om te kunnen 'tegen denken', inspireren, nieuwe ideeën toe te voegen, heb je ook een bepaalde - nieuwe, zelf gemaakte - filosofische of ideologische basis nodig. Die conceptuele agenda omvat 4 elementen: moraliteit, macht, strategieën en bestuurlijke dynamiek. Uit die - tot nu toe wat onbewuste - filosofie is mijn concept van 'de maatschappelijke onderneming' voortgekomen en ook het boek van vorig jaar over de strategieën voor de publieke zaak. Het eerste verbindt moraliteit (goede doelen, maatschappelijke betrokkenheid) aan private strategieën en ondernemerschap (een term die tot dan toe alleen met geld verdienen werd geassocieerd) en is tevens in zichzelf een machtsingreep in de door de politiek gewenste controle over het middenveld. Ik ben er dus mee het bestuurlijke toneel opgelopen, regelrecht in de armen van het CDA, maar gelukkig inmiddels breder omarmd. Het tweede verbindt strategieën van private partijen aan de publieke zaak, de moreel goede doelen en maakt ook direct inzichtelijk dat het gaat om zeer complexe processen en moraliteiten, waar nooit een overheid alleenrecht of alleen macht kan of mag hebben. Laat ik die agenda nog eens wat kleurrijker maken, het leidt tot fascinatie voor:
  • Jezuïtisme, als poging in een organisatie moraal, macht en strategie te combineren
  • Shakespeare, als verwoording van bestuursdrama maar vaak, tragisch, ook gericht op de publieke zaak
  • Retoriek: hoe taal macht uitoefent en macht ontkent of verhult, hoe taal een strategie is in een bestuursdrama
  • De paradoxale combinaties van bewustzijn en effect als het gaat om goede bedoelingen, die in hun tegendeel omslaan of gestructureerd egoïsme (zoals een markt) die toch kan leiden tot goede uitkomsten voor iedereen.
Voorwaar genoeg om mee bezig te zijn. Ik zal in dit blog de komende tijd vaker hierop terugkomen en voorbeelden uit mijn praktijk hierop enten.

Taal als Duivel?

Recent heb ik het boek 'Complexity' van Melanie Mitchell gelezen. Al vanaf het begin van mijn studie heb ik een fascinatie voor de toepassing van dit soort meta-denken (als een soort condensatie van (natuur-)wetenschappelijk redeneren; ik vind het daarin sterker, dwingender, effectiever dan veel 'andere' filosofische stromingen) op sociale fenomenen. Andere voorbeelden zijn systems thinking (wat erg dicht tegen complexity theory aanzit), game theory, en de daar weer aan verwante simulatie of modeling theorie (nu actueel en booming toegepast in serious gaming). Mitchell komt uit de wereld van artificial intelligence (grofweg de wetenschap van de intelligentie van computers) en is onder andere verwant aan Hofstadter (die van: 'Godel, Escher, Bach'). Telkens blijken er echter hele grote stappen nodig te zijn om van dergelijke inzichten over te stappen naar het sociale domein, laat staan het publieke domein waar ik me op richt. Public SPACE is het zakelijke en publieke vehikel voor mijn interesses en passie, mijn eigen maatschappelijke onderneming. In 'gewone' taal houd ik me van daaruit bezig met grote moderne maatschappelijke kwesties vanuit vooral een private invalshoek (burger, bedrijfsleven, nonprofits), terwijl dit debat in Nederland juist sterk door de staats- invalshoek, overheid en politiek, wordt gedomineerd. Maar als ik het in dit soort filosofisch denken moet samenvatten, ligt mijn fascinatie dieper: de (onmogelijke?) interactie tussen moraliteit (gerichtheid op de goede waarden, op de common good), macht en strategieën. Vaak samenkomend in wat je in een topteam, een groepsproces, een beslissend menselijk moment voor je ogen ziet gebeuren. Dat laatste is als het ware het toneel waarop ik die andere 3 factoren zie clashen, maar het is ook mijn toegang tot datzelfde toneel, waardoor ik niet alleen toeschouwer, maar ook medeplichtige ben, als denker, schrijver, consultant, bestuurslid, burger. Als je er zo naar kijkt, is veel publiek debat niet fundamenteel of filosofisch genoeg. Ik neem me voor er in dit blog en in mijn denkwerk (mooi woord) meer expliciet mee bezig te gaan, als betere basis voor de missie van Public SPACE.